Job 1
© Anne de Vries, Hengelo, 7 augustus 2001.

Opzet: mimespel waarin het geluk en ongeluk van Job zichtbaar wordt, terwijl daarnaast beelden geprojecteerd worden op een scherm met afbeeldingen van God, de satan, engelen enzovoort.
Tegelijk zorgt een groep hoorspelers voor de weergave van de gesprekken tussen God en de satan. Tenslotte leest een voorlezer (openlijk zichtbaar, bijv. in zwart gekleed) voor de verbindende teksten.
Hoofdthema: Trouw.
Inhoud: God heeft zoveel vertrouwen in Job, dat Hij hem zijn bescherming durft te ontnemen.
Spelers: Job en zijn vrouw, 4 knechten, 7 zonen en 3 dochters, voorlezer.
Hoorspelspelers: Stemmen van God, satan, 4 knechten.

(Klassieke achtergrondmuziek, Job zit op het podium met zijn vrouw, muziek dooft uit)
Voorlezer: Er leefde in het land Us een eerlijk en oprecht man. Hij heette Job. Hij had ontzag voor God en ging het kwaad uit de weg. Zeven zonen had hij en drie dochters. Hij bezat zevenduizend schapen en geiten, drieduizend kamelen, duizend runderen en vijfhonderd ezelinnen; hij had veel mensen in dienst; Job was de rijkste man van heel het Oosten.
(Muzikaal intermezzo)
Zijn zonen hadden de gewoonte, om de beurt in hun huis een feest te geven, waarbij zij ook hun zusters uitnodigden. Als iedereen aan de beurt geweest was, liet Job hen bij zich komen om hen weer met God in het reine te brengen. ‘s Morgens vroeg bracht hij dan een offer voor ieder van hen, want, dacht hij, zij hebben misschien gezondigd en God in hun hart vervloekt. Dat was zijn vaste gewoonte.
(Mime: Beurtelings komen jonge mensen bij Job en zijn vrouw; ze praten samen, waarna het kind knielt en Job met handoplegging bidt. Muziek op de achtergrond)
Voorlezer: Op een dag dat de leden van het hemelse hof bij de Heer hun opwachting maakten, kwam ook Satan met hen mee.
Hoorspel: (Scherm: afbeeldingen van God, de satan, engelen)
(stem van God) ‘Waar ben je geweest?’
Voorlezer: vroeg de Heer aan Satan. Hij antwoordde:
(stem van satan) ‘Ik heb rondgezworven over de aarde.’
(stem van God) ‘Heb je ook gelet op mijn dienaar Job? Er is geen tweede zoals hij op aarde. Hij is eerlijk en oprecht, heeft ontzag voor mij en gaat het kwaad uit de weg.’
(stem van satan) ‘Niet voor niets heeft hij ontzag voor u. U hebt hem, zijn gezin en heel zijn bezit in bescherming genomen. U zegent alles wat hij onderneemt, zodat zijn bezit zich steeds meer uitbreidt. Maar vernietig eens alles wat hij heeft: hij zal u openlijk vervloeken.’
(stem van God) ‘Goed, alles wat hij heeft, is in je macht, maar van hemzelf blijf je af.’
Voorlezer: Toen ging Satan weg.
(Onheilspellende muziek)
(beelden van feestmaal – gaan over in beelden van rovers / vee, oorlog – bijpassend geschreeuw – geluid weg)
Voorlezer: Op een dag dat de zonen en dochters van Job bij hun oudste broer thuis weer aan het feestvieren waren, kwam een van de knechten naar Job toe met het bericht:
Mime: (Bij Job en zijn vrouw komt een knecht uit de kerk met gescheurde kleren, blauwe plekken, die vertelt met terughoudende gebaren)
(Stem van 1e knecht) ‘Wij waren met de runderen aan het ploegen en de ezelinnen liepen vlakbij in het weiland te grazen, toen de Sabeeërs ons overvielen. De runderen en ezelinnen namen ze mee, en uw knechten sloegen ze neer. Ik ben nog de enige die het u kan vertellen.’
Mime: Job en vrouw horen het ernstig aan, kloppen de knecht geruststellend op de schouder – 1e knecht gaat weg.
(Beelden van schapen / geiten, donkere wolken, bliksem, geluiden van onweer)

Voorlezer: Hij was nog niet uitgesproken, of een andere knecht kwam binnen:
Mime: Bij Job en zijn vrouw komt een 2e knecht met geblakerd uiterlijk, die geagiteerd vertelt met dramatische gebaren
(Stem van 2e knecht) ‘De bliksem heeft de schapen en geiten getroffen en ook de herders gedood. Ik ben nog de enige die het u kan vertellen.’
Mime: Job en vrouw reageren geschrokken, reageren op de boodschap met gebaren, troosten ook deze knecht en die gaat weg
(Beelden van kamelen, rovers, geluiden van oorlog, geschreeuw, angstkreten)
Voorlezer: Hij was nog niet uitgesproken, of een ander kwam binnen:
Mime: Bij Job en zijn vrouw komt een 3e knecht met gescheurde kleren en bebloed, die geagiteerd vertelt met dramatische gebaren
(Stem van 3e knecht) ‘De Chaldeeërs overvielen uw kudde kamelen van drie kanten. De kamelen namen ze mee en uw knechten doodden ze. Ik ben nog de enige die het u kan vertellen.’
Mime: Job en vrouw reageren erg geschrokken, reageren op de boodschap met gebaren, troosten ook deze knecht en die gaat weg.
(Beelden: feestvierend gezelschap, geluid van opstekende storm, beelden van instortende huizen, bijpassende geluiden – daarna doodse stilte)

Voorlezer: Hij was nog niet uitgesproken, of weer een ander kwam binnen:
Mime: Bij Job en zijn vrouw komt een 4e knecht met gescheurde kleren, onder het stof, die geagiteerd vertelt met dramatische gebaren
(Stem van 4e knecht) ‘Uw zonen en dochters waren aan het feestvieren bij uw oudste zoon thuis, toen plotseling vanuit de woestijn een zware storm opstak en van alle kanten op het huis viel. Het huis stortte in en iedereen werd bedolven onder het puin. Ze kwamen allemaal om het leven. Ik ben nog de enige die het u kan vertellen.’
Voorlezer: Toen scheurde Job zijn kleren en wierp zich plat op de grond
(Geluid van treurmuziek, langzaam uitdovend)
Job (scheurt zijn kleren, werpt zich op de grond, blijft een hele tijd liggen, komt dan overeind en zegt):‘Naakt werd ik geboren, naakt word ik begraven. De Heer heeft mij alles gegeven, de Heer nam het ook weer af. Geprezen zij de Heer.’
Voorlezer: Ondanks alles zondigde Job niet, hij maakte God geen enkel verwijt.

Epiloog:
Wat voor een mens is dat? Een heel bijzonder mens! Job reageert anders dan de duivel denkt, en anders dan de meeste mensen. Die zouden waarschijnlijk als eerste God verwijten maken en vervloeken. Maar Job niet – Hij blijft God de eer geven.
Wat voor een God is dat? Dat laatste is duidelijk! God heeft er het diepste vertrouwen in, dat Job niet Hem zal vervloeken vanwege bittere ellende, maar op God zal blijven vertrouwen. En God heeft gelijk in zijn vertrouwen, dat Hij in Job heeft!
Hoe staat dat met ons? Is God alleen te vertrouwen in voorspoed? Wanneer de tegenslagen komen, geven we dan ons geloof op? Kan God ook vertrouwen stellen in u, in jou, in mij? Ook wanneer we Hem niet begrijpen?
(Afsluitende muziek)