Interview met een olifant
(te spelen met interviewer en olifant of te citeren)
© Anne de Vries

I: Meneer, mag ik u een paar vragen stellen?
O: Uitstekend – waar gaat het over?
I: Nou er is enige onduidelijkheid over uw identiteit – hoe zou u die zelf omschrijven?
O: Ik acht mijzelf helemaal een dier!
I: Er zijn ander voortdurende geruchten dat u een olifant bent…
O: Nou nee, zo moet u dat niet zien. Ik hou persoonlijk helemaal niet van hokjesdenken en voel me ook niet echt een olifant. Ik ben hoogstens bereid mijzelf als zoogdier te betitelen.
I: Er is een internationaal erkende test met betrekking tot de symptomen van het olifanschap – mag ik die aan u voorleggen?
O: Zeker, heb ik geen bezwaar tegen.
I: Hebt U een grijze, gerimpelde huid?
O: Inderdaad
I: Hebt u twee grote oren?
O:Zeker.
I: hebt u 4 stevige poten, of als u wilt, benen?
O: Jazeker.
I: Hebt u twee staarten, een smalle aan de achterkant en een dikke aan de voorkant?
O: Absoluut.
I: Hebt u twee lange slagtanden?
O: Inderdaad, zoals u ziet.
I: Hebt u ook twee stekende oogjes (excusez le mot)?
O: Ik ga dat niet ontkennen!
I: Is uw gewichtmeer dan 500 kilogram?
O: Volgens de meest recente meting – inderdaad.
I: Nou, meneer, volgens deze checklist vertoont u alle symptomen van het olifantschap! U scoort maar liefst 100%! U bent gewoon een olifant!
O: Dat kunt u wel zeggen, maar ik voel mij hoogstens een zoogdier! Goedendag.